Nee, zie ook het antwoord op een andere vraag over ‘Parijs’. Het Parijsakkoord houdt zich afzijdig van kwantitatieve verdelingen van inspanningen individuele landen of machtsblokken, het CO₂ budget komt er ook niet in voor. Het begrip ‘CO₂ budget’ lijkt ook overigens te zeer omgeven met wetenschappelijke onzekerheden en aannames om als basis te dienen voor harde afspraken. De lastigheid zit hem in een aantal zaken: wat neem je aan als het basisjaar? Hoeveel Megatonnen CO₂ uitstoot zijn al ‘committed’, dat wil zeggen: hoeveel CO₂-uitstoot kan je in de nabije toekomst sowieso niet meer stoppen? Welke aannames doe je over de overige broeikasgassen , over de klimaatgevoeligheid, en of een ‘overshoot’ over de grens van 1.5 graden wel of niet acceptabel is? Zo ja, hoe veel en hoe lang dan? Dat laatste betekent weer dat je aannames over de wereldwijde inzet van de negatieve emissies (CO₂ verwijdering uit de atmosfeer) moet doen. En als je al die vragen hebt opgelost, wie controleert dat allemaal?
Dan speelt ook nog het punt dat je in een mondiaal verdrag , gebaseerd op consensus tussen alle aangesloten landen, een verdeling van uitstootrechten tussen machtsblokken en landen politiek niet haalbaar is – nog afgezien van de juridische houdbaarheid. Ieder land - of machtsblok zoals de EU - maakt zijn eigen afwegingen wat de doen onder ‘Parijs’. Landen hebben in de aanloop naar Parijs hun eigen voorgenomen doelstellingen voor de komende decennia op tafel gelegd – de zogenaamde Intended Nationally Determined Contributions (INDCs) die na ratificering van het Parijs akkoord zijn omgezet in heuse beloften ( Nationally Determined Contributions, NDCs). Daarmee is tegemoet gekomen aan de sterke gevoelens van soevereiniteit van veel landen: Men wil geen dictaten vanuit een VN akkoord opgelegd krijgen, maar men wil zelf uitmaken wat ze kunnen en willen doen. In het jargon van het overkoepelende VN Klimaatverdrag (United Nations Framework Convention on Climate Change, waar het Parijs akkoord onder valt) heet dit ‘Common But Differentiated Responsibilities’. Het akkoord is dus een bottom-up proces: een optelsom van individuele ambities en doelstellingen van landen. Die zijn overigens nog lang niet genoeg om de opwarming te beperken tot 1.5 - 2 °C, zoals afgesproken in het Parijs akkoord. De bedoeling is wel dat alle landen onder het Parijs-akkoord hun NDCs periodiek aanscherpen. Daar wordt om de 5 jaar de balans voor opgemaakt (‘stock taking’).