Politiek twistpunt
Een andere oorzaak voor twijfel is de politiek. Sinds het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 is klimaatbeleid een centraal onderwerp in het politieke debat. Dat heeft ook een onverwacht gevolg: klimaat is voor partijen en politici een kans geworden om zich te profileren. En daarbij worden vaak argumenten gekozen of uitvergroot die in hun kraam te pas komen. Klimaat is een politiek twistpunt.
Media en politici schotelen hun achterban daarbij soms verhalen voor die kant noch wal raken. Dikwijls ook met namen van personen met een academische titel, in een extra poging de lezer te overtuigen. Maar als je goed kijkt zijn dat nooit klimaatwetenschappers, maar mensen uit geheel andere vakgebieden.
‘Hoor en wederhoor’ ongeschikt bij feiten
Daarbij is ook de rol van de media veranderd. In de afgelopen twintig jaar is het aantal journalisten per uur zendtijd of per krantenpagina sterk verminderd. Een redactie heeft vaak weinig tijd meer om uit te zoeken hoe iets nu echt zit. Als alternatief wordt dan vaak naar ‘hoor en wederhoor’ gegrepen: tegenover de ene bewering wordt een andere bewering gezet.
Met meningen is dat natuurlijk uitstekend, maar in geval van feiten ontstaat dan een scheef beeld.
Tegenover het bewezen feit dat de huidige opwarming door de mens wordt veroorzaakt, zijn alternatieve opvattingen, bijvoorbeeld dat ‘de zon de opwarming veroorzaakt’, of vulkanen, of een andere natuurlijke cyclus lang en breed aangetoonde onjuistheden. Door ze te herhalen of naast de werkelijke feiten te plaatsen, blijft verwarring in stand.
Hoe weten we dit eigenlijk?
Wetenschap is een goed werkend en zelf-testend systeem. Dat is de aangewezen methode om uit te vinden hoe het klimaatsysteem werkt. Klimaatwetenschappers hebben meestal een exacte achtergrond en zijn gespecialiseerd door jarenlange studie en onderzoek. Wie zich niet zoals zij in dat vak wil of kan verdiepen zou daarom de klimaatwetenschappers gerust kunnen vertrouwen op hun expertise. Zoals een diagnose van een hartchirurg wordt vertrouwd, of de rekensommen van de ingenieur die een brug ontwierp.
Uit psychologisch onderzoek blijkt dat de menselijke geest niet altijd zo werkt. Vaak is de mening er eerst, en worden vervolgens selectief argumenten gezocht om deze mening te onderbouwen. Dat laat bijvoorbeeld de Nobelprijswinnende psycholoog Daniel Kahneman zien in zijn boek (Het Feilbare Denken). Zo zijn er talloze onderzoeken die bestuderen hoe gemakkelijk de mens selectief winkelt in argumenten en ideeën om toch vooral de eigen mening of politieke visie bevestigd te krijgen.
Hoe de twijfelindustrie hierop inspeelt is eveneens goed onderzocht: werkwijzen, achtergronden en ook financiering zijn ontrafeld, en in diverse artikelen en boeken gedocumenteerd. Het boek ‘Merchants of Doubt’ van de wetenschapshistorici Naomi Oreskes en Erik Conway beschrijft de opkomst en werkwijze van de Amerikaanse klimaattwijfelindustrie.
Maar de vraag is of al die onderbouwing het gesprek verder helpt. Immers, wie geen geloof hecht aan de feiten van klimaatwetenschap, zal waarschijnlijk ook weinig ontvankelijk zijn voor onderzoek naar klimaattwijfel.